BINNENPARKING – Het is maar goed dat Club Brugge aan een nieuwe voetbaltempel bouwt, lijkt het. Zo werd het voormalige Olympiastadion, waar Blauw-Zwart nog steeds zijn thuismatchen afmaakt, in 1998 vernoemd naar de middeleeuwse volksheld Jan Breydel. Een controversiële keuze, blijkt uit het onderzoek van een jonge historica die nu claimt dat de middeleeuwse Bruggeling “hoogstwaarschijnlijk geen jota van het moderne voetbal zou begrepen hebben.”
“Ik weet het. Voetbal is geen exacte wetenschap,” suste de Gentse geschiedkundige meteen de gemoederen tijdens de presentatie van haar proefschrift. “En in hoeverre historische nauwkeurigheid voor de club in kwestie een prioriteit is, durf ik niet zeggen. Maar de weinige bronnen waarop we vandaag kunnen vertrouwen wijzen er op dat de rol van de mythische Brugse slager in de ontwikkeling van het moderne voetbal toch duidelijk overdreven is. Als de man überhaupt al bestaan heeft en effectief aan het begin van de veertiende eeuw in leven was, is het aannemelijk dat hij zijn handen reeds vol genoeg had aan fluctuerende vleesprijzen, plaatselijke feodale geschillen en efficiënte pekeltechnieken. Wat Breydel bijvoorbeeld moet gedacht hebben van de voordelen van een 3-5-2 of 4-3-3 formatie blijft puur giswerk.”
Zodra de volledige bevindingen gepubliceerd worden belooft ook de Belgische voetbalbond onderzoek te financieren naar de feitelijke voetbalexpertise van wijlen koning Boudewijn. “Mogelijk zijn we bij het omdopen van de Heizel ook iets te genereus geweest,” klinkt het voorzichtig.
Jubelstadion klonk eigenlijk mooier voor het Heizelstadion. Halleluja zou ook nog kunnen.